Donderdag 8 oktober

8 oktober 2020

Donderdag 8 oktober

Jukkasjärvi was een leuke ervaring, maar eigenlijk toch meer iets voor de wintermaanden. Het Icehotel is een leuk concept, en ondanks dat het toch het duurste hotel van deze reis is, deed het qua inrichting erg goedkoop aan. Werkelijk al het meubilair was van Ikea. 

De sculpturen in de echte ijsverblijven zijn echt een bijzonderheid.

Als je een koude kamer boekt, weet je pas op het laatste moment welke themakamer je toegewezen krijgt. Het lijkt mij een erg koude toestand. Zeker als je een zwakke blaas hebt en je ‘s nachts vaak je bed uit moet  om te plassen. Brrr, ik zie er de romantiek niet van in.

We zijn vertrokken uit het lapse dorpje, morgen komen we nog even terug voor het museum, hopelijk  met droog weer.We zetten de gps richting Abisko Nat Park, ongeveer 95 km heen en 95 km terug. We hadden op tripadvisor goede recensies gelezen over het park, en ons volgende onderkomen was heel dicht bij, nl in Kiruna, dus we konden er nog wel een eindje op uit trekken.

Om niet voor verrassingen komen te staan tankten we de auto nog even vol en gingen op weg. Eerst via een D-tour, overal wegwerkzaamheden in Kiruna, maar al snel zaten we op de E10. Een weg die steeds mooier en mooier werd. 

Toen we eergisteren vanuit Luleå 360 km moesten rijden hebben we slechts één enkel openbaar toilet langs de weg gezien. Op deze weg naar Abisko, hebben we er wel 5 gezien  over 90 km. Misschien een diuretische weg. Corina meende zich te herinneren dat ze een naambordje langs de weg had zien staan beginnend met “ diarre” , misschien dat dat dan de reden is van zoveel wc’s. Ik weet net niet.

Op sommige parkeerplaatsen langs de route stonden auto’s geparkeerd, en dan zat er niemand in. In de verste verte was er ook niemand te zien. Wij gebruiken deze opmerkzaamheden dan maar als ingrediënten voor een spannende crime roman in het Zweedse middel of nowhere. Samen met andere opvallende zaken hier in Zweden, zoals een lijklucht in Luleå, een verdacht donkerblauw zeil in de sloot in Sundsvall, mistige bossen overal, en een uitgefikte auto langs de weg, kunnen we met een hoop fantasie een spannende thriller schrijven. Inspiratie genoeg.

Eenmaal aangekomen in Abisko National Park, lijkt het leven weer wat normaler.

Een stralende dag, het leek wel voorjaar, maar met weinig toeristen. Alles lijkt gesloten totdat het echte winterseizoen begint. De wandelroutes in het park waren wel toegankelijk, maar een bureau om info te vragen was gesloten. Gelukkig waren er goede routemarkeringen voor de wandelpaden. Wij kozen een korte, naar de Canyon. Slechts 20 minuten. Op deze plek in het park begint het voor de Zweden zeer bekende Kungsleden wandelpad. Een wandelpad van 425 km lang, ooit opgericht om mensen de schoonheid van Zweeds Lapland te laten zien. En inderdaad, dat kleine stukje van het pad dat wij gezien hebben is echt al prachtig.. We liepen er een klein uurtje rond, het was uitgestorven. Niemand, niemand te zien. 

We besloten toch weer langzaam terug te gaan en in het dorpje Abisko misschien nog voor een kop koffie te kunnen slagen. Maar nee, alles gesloten. Tsja, dan zit er maar één ding op, terug naar Kiruna en daar in het centrum even een gelegenheid zoeken voor een warm drankje.

Ook de weg terug was echt prachtig, de wolkenvelden boven het prachtige  landschap varieerden van minuut tot minuut, waardoor het een genot was om deze weg te rijden. 

Eenmaal in Kiruna, zijn we direct naar ons volgende onderkomen gegaan, Camp Ripan. Een vakantieoord met kampeerfaciliteiten, hotelkamers en een restaurant en een  extern saunacomplex. We konden nog niet inchecken, helaas. We besloten daarom de auto toch bij het hotel alvast te parkeren en te voet naar het centrum te gaan. Een wandeling van 12 minuten. Daar konden we dan eindelijk onze welverdiende kop koffie drinken. Ja en omdat we vandaag al aardig wat kilometers in de benen hadden toch ook nog maar een chokoladbollar. Die dingen zijn zo lekker😬! 

Mijn ogen gingen glunderen toen ik ook in dit stadscentrum weer een Systembolaget aangekondigd zag. Even kijken of ze daar de BVR HJT hebben. Maar nee, helaas. In de schappen kwam ik nog wel een spannend flesje tegen met een veelbelovende inhoud. Ook van Zweedse makelij. Een distillaat, 40%. Aan de verkoper ging ik vragen wat het precies was, maar hij ontmoedigde mij het om te kopen, omdat dit typisch iets is wat je voor je ergste vijanden inschenkt. Tsja, die heb ik denk ik niet, en als ik ze wel zou hebben zou ik het niet voor ze kopen. Dus zette ik het maar terug. Na nog een tweetal echt Lapse winkeltjes te hebben bezocht, zijn we teruggegaan naar ons “basiskamp” om in te checken. 

We hebben een kamer in de vorm van een geschakelde cabin. Niet groot, wel leuk. We hebben besloten maar in het bijbehorende restaurant te eten, lekker dichtbij, want het is hier nu ook begonnen met regenen. Dat betekent dat we ook vannacht het zien van het Noorderlicht wel op onze buik kunnen schrijven. Morgen beter, hopelijk.

Foto’s