Naar de West Coast.

12 oktober 2021 - Port Renfrew, Canada

Naar Port Renfrew

Gelukkig is koning winter na die ene stuiptrekking van gisteren met hagel,  verder nog even weggebleven. Deze keer heb ik wel de hanen gehoord, maar volgens mij zijn die een beetje van slag. Om half 5 begon de eerste al te kukelen. Gelukkig kon ik me nog even omdraaien en nog wat hazenslaapjes doen. Maar om 7 uur ben ik dan toch maar opgestaan. 

De B&B is prima voor echt enkel een overnachting tijdens een doorreis,  maar langer verblijven geeft uiteindelijk toch wel wat irritaties en ongemakken. Hoe goed de mensen het ook bedoelen, ze zijn gericht op geld verdienen. Veel van hun producten komen van de Farm, de eieren, varkensvlees, aardappels, groenten. Dus dat is best positief. Maar ze hebben niet veel op met comfort in de accommodaties. De kamer werd verkocht als dubbel twin, wat betekent dat er twee twee persoonsbedden zouden moeten staan. Nou, met de beste wil van de wereld en met een hoog improvisatievermogen kun je in deze bedden geen twee personen te slapen leggen.

De badkamer is er smal, kleine douche en stinkt naar riool. Het is het allemaal net niet. Bovendien is het erg gehorig omdat de kamer boven de eetzaal en de farmshop gelegen is. Daardoor hoor je heel vaak de deur open en dicht gaan en een heleboel andere herrie. M.a.w. Ik ga dit niet aanbevelen aan anderen.

We hebben uitgecheckt, keurig de rekening betaald én een opmerking gemaakt over het gordijn dat iedere keer naar beneden valt. 

Daarna zijn we richting Port Renfrew gegaan. We hadden eerder al aan de gastvrouw Evelyn van de Farm gevraagd of de weg er naar toe geasfalteerd was. En gelukkig was dat zo, want 80 km op een gravelroad vind ik nog steeds oncomfortabel, ook in die luxe bak waar we in rijden. De weg was goed begaanbaar maar nog nooit heb ik de  zon  zo vervloekt als vandaag tijdens de route naar Port Renfrew. Hij was zo verblindend op bepaalde stukken dat ik nauwelijks nog kon zien waar en hoe de weg liep. Ook de flikkering van het zonlicht tussen de bomen door was erg lastig. Gelukkig was het geen drukke weg maar wel met veel bochten en hellingen en dalingen. Omdat we redelijk op tijd waren en toch pas om 4 uur mochten inchecken in de “Lodge” waar we verblijven pakten we gelijk nog maar een paar bezienswaardigheden mee. Om te beginnen : Fairy Lake. Voor de zekerheid heb ik maar even opgezocht waarom de naam Fairy gekozen is voor het meer. Het gaat om een alleen staande dwergboom die groeit op een rots in het meertje. Dat ziet er dan feeëriek uit🧚🏻‍♀️🧚🏼.Tsja, weer zo’n Canadese attractie🤨  vervolgens reden we verder naar Avatar Grove. Wederom een zeer uitdagende route, onverhard met veel kuilen, losse stenen en one-lane bruggen over zeer diepe kloven. Ik heb mijzelf weer overtroffen. Maar we kwamen er. Ik had zelf even genoeg van het avontuurlijke en liet Corina alleen het park met de reuze bomen verkennen. Ze kwam terug met mooi foto’s van sprookjesachtige boomstammen.

We zijn daarna naar de Lodge gegaan om te kijken of we al konden inchecken. We waren nog twee uur te vroeg. De aardige meneer in het guestservice huisje wees ons op de Botanical Beach hier in de buurt. Het was nu laag water en prachtig om het strand van dichtbij te bekijken. Waarom ook niet, het weer was immers goed en betere omstandigheden dan deze waren niet denkbaar. Dus wij naar het pad dat ons naar het strand zou leiden. Hoopvol op veel mooie foto’s startten we de trail die licht dalend begon op zachte grond gemengd met wat losse steentjes. Het pad veranderde geleidelijk van structuur naar nat rotsachtig gesteente en daarna naar weelderige paden met boomwortels waarover geklauterd moest worden. Maar dat was nog niet alles, op verschillende plaatsen was het pad ook helemaal weggespoeld en was met planken en rondhout een overbrugging gemaakt in een diepe plas van water en modder. Gelukkig had ik mijn wandelstokken meegenomen, en die heb ik maar al te goed gebruikt. Heel uitdagend was het, maar ook hierin heb ik mijn grenzen. Daar waar het aankwam op: “met gevaar voor eigen leven” heb ik op de rem getrapt. Corina ging nog net iets verder in de challange en heeft het botanische strand bereikt. Het is dus een strand waarbij bij eb de geërodeerde rotspartijen zichtbaar worden waarin dan zeewater blijft staan en daardoor zeeleven zoals zeesterren, zee-egels e.d. te zien zijn. Ik vond mijzelf al heel dapper dat ik het avontuurlijke pad terug zonder val-  en glijpartijen volbracht heb.

Rond drie uur zijn we dan toch maar naar ons onderkomen gegaan en konden nu wel de sleutel van onze kamer krijgen. De kamer ziet er keurig uit, schoon, lekkere bedden, maar verder is er ook niets. We zijn echt aangewezen op horeca voorzieningen in de omgeving. Daarom vonden we dat we na de intensieve wandeling toch een bezoekje aan de enige pub in het dorp mochten brengen. Hier hebben we ook maar gelijk een hapje gedaan, de eerste burger van deze vakantie, en een lekker biertje gedronken. 

De Lodge waar we verblijven heeft echt een totaal ander aanzien dan de Lodge in Gold River. Daar raakten we niet uitgekeken op de luxe, de entourage en alles wat er bij  kwam kijken. De Lodge waar we nu verblijven is eigenlijk een motel, maar met hotelprijzen. Nou ja we doen het er maar mee. Het heeft zeker ook goede punten.

Foto’s